GLOSSAIRE : H

 

Halfgeleider                

Stof die in principe de stroom niet geleidt, maar in een bepaalde structuur toch bijzondere geleidende eigenschappen heeft. 

Halfgeleiders zijn meestal elementen en verbindin­gen met een tetraë­dri­sche kristalstructuur, waarin enkele atomen worden vervangen door ‘vreemde’ atomen, met één elektron meer of minder in de buitenste schil. In het eerste geval ontstaat een elektro­nen­over­schot, in het tweede geval een elektro­nente­kort (een zogenoemd “gat”). Men spreekt in deze gevallen van halfgeleiders van het n-type en p-type. Als het n- en het p-type van een halfge­lei­der geleidend worden verbonden, blijkt dat de elektro­nen veel gemakke­lijker van n naar p stromen dan an­dersom. Van deze eigenschap wordt gebruik gemaakt bij de productie van allerlei onderdelen voor elektronische apparatuur, zoals diodes, transistors, LED’s. 

 

Halfwaardetijd                                                                                    

Door het uitzenden van radioactieve straling veranderen de atoomkernen van radioactieve stoffen. De tijd waarin de hoeveelheid van deze radioactieve atomen met de helft afneemt, noemt men de halveringstijd. 

 

Holografie                                                                               

Een fotografische techniek waarbij je driedimensionale beelden verkrijgt. Je treft dergelijke afbeeldingen bijvoorbeeld aan op een bankpasje (bankkaart). 

 

Hoornzilver                                                                              

‘Plaatjes’ van vast zilverchloride (die lijken op hoorn).  

 

Hydrolyseren                                                              

Een chemische reactie waarbij een stof wordt gesplitst met behulp van water.