VOORKOMEN 2,3.10-4 van de aardkost (tot 16 km diepte) bestaat uit tin; het is het 51e element in rangorde van voorkomen. De belangrijkste mineralen zijn cassiteriet (SnO2) en stanniet (Cu2FeSnS4).

WINGEBIEDEN De belangrijkste wingebieden liggen in Brazilië, Indonesië, Maleisië, Thailand, Australië China, Rusland, Bolivia, Nigeria, Democratische Republiek Kongo en de Verenigde Staten van Amerika (Alaska en Californië).

NAAM De naam is afgeleid van het oud-Duitse zin of het Noorse tin, wat staafje betekent, vanwege de structuur. De witte glans van het metaal werd in verband gebracht met de planeet Jupiter (soms ook met Venus). Berzelius heeft het symbool Sn, afgeleid van het verlatiniseerde stannum, voorgesteld. De naam stannum of stagnum werd oorspronkelijk gebruikt voor een mengsel van zilver en lood (wat in uiterlijk wel overeen kwam met tin).

ONTDEKKING Tin was reeds in de oudheid bekend. In China en Japan (2000 v. Chr.), in de graven van de Farao's (600 v. Chr.) en in oude Incabouwwerken (Bolivia) zijn tinnen voorwerpen aangetroffen. Brons, een legering van koper en tin, was reeds eerder bekend. Bronzen voorwerpen, gevonden in Ur, dateren van ca. 5000 v. Chr. Julius Caesar beschreef het winnen van tinerts in de mijnen van Cornwall (Engeland). Brons was de eerste legering die door de mens werd gemaakt en gebruikt. De invloed daarvan was zo groot, dat een tijdperk naar deze legering werd genoemd: “het bronzen tijdperk”. De naam brons is afgeleid van Brindisi, een stad in Italië.

BEREIDING VROEGER Tin werd bereid door reductie van het oxide (cassiteriet) met kool.

BEREIDING NU Tin wordt bereid door tinerts, na verrijking via een aantal fysische bewerkingen, in een hoogoven bij 1.200 – 1.300 °C te smelten met kalk, zand en eventueel tinhoudend vliegas, waarna reductie met cokes of koolstofmonooxide plaatsvindt. Om het aanwezige ijzer te verwijderen wordt er sterk geroerd - en, zo nodig, lucht ingeblazen -, waardoor het ijzer oxideert en het ijzeroxide via de slak verwijderd kan worden. Hierbij ontstaat tin met een zuiverheid van 97 - 99 %. Zuiver tin wordt verkregen door zonesmelten, vacuümdestillatie of elektrolyse (waarbij het verkregen onzuivere tin als anode wordt gebruikt). De wereldproductie bedraagt ongeveer 230.000 ton per jaar, waarvan een belangrijk deel door hergebruik.

TOEPASSINGEN EN TOELICHTING Blik Blik, dat gebruikt wordt als verpakking voor voedsel en drank, wordt gemaakt door (gewalst) staal te bedekken met een dun laagje tin. Dit gebeurt door een staalplaat te walsen tot 0,1 à 0,2 mm en deze - na ontvetten en reinigen - elektrolytisch te vertinnen. Op het grensvlak wordt FeSn2 gevormd. Op het tin wordt een vernislaag aangebracht. Het proces vindt plaats met een snelheid van 250 m/min.
Soldeer Soldeer bestaat uit een laagsmeltend mengsel van metalen, bijvoorbeeld tin (van 2 tot 63 %) met lood.
Munten In Nederland zijn niet veel bronzen munten in omloop. De stuiver is gemaakt van koper met 4 % tin en 1 % zink; het vijfje van nikkel (de kern, 92 %) met daarom heen een laagje brons (88 % koper, 12 % tin). In België bevat alleen het muntstuk van 50 centiem tin (3 %). De Euromunten van 0,50, 0,20 en 0,10 euro zijn gemaakt van een legering met 1 % tin.
Siervoorwerp Tinnen siervoorwerpen worden meestal gemaakt van Brittannia-metaal, een legering van tin (70 - 94 %) met antimoon (5 - 24 %) en koper (tot 5 %); soms wordt ook lood (tot 9 %) toegevoegd. Vroeger werden veel gebruiksvoorwerpen van zuiver tin gemaakt. Deze voorwerpen werden echter gemakkelijk aangetast door de tinpest, die wordt veroorzaakt doordat bij temperaturen lager dan ca. 13 °C de stabiele witte vorm overgaat in de instabiele grijze vorm met een poederachtige structuur. Hierdoor liepen deze voorwerpen op den duur onherstelbare schade op. Dit proces wordt bevorderd door aanwezige verontreinigingen van aluminium of zink. Bij toevoegen van enkele procenten antimoon, lood, indium, bismut, arseen of germanium treedt dit verschijnsel niet op. Vandaar dat het tin van nieuwe ‘tinnen’ gebruiksvoorwerpen altijd gelegeerd is met minstens één van de genoemde metalen.
Brons Brons is een legering van koper en tin (tot 30 %). Deze legering is hard en slijtvast en daardoor zeer geschikt voor bijvoorbeeld kranen, medailles en munten, standbeelden en beeldjes. Ter verbetering van de verwerkingseigenschappen wordt soms ook een ander metaal, bijvoorbeeld lood of zink toegevoegd. Het materiaal lijkt dan meer op messing. Voor kranen wordt het zogenoemde kanonnenbrons gebruikt, dat 10 - 12 % tin en 2 - 4 % zink bevat, en zeer gemakkelijk te gieten is. Voor het gieten van standbeelden en beeldjes wordt brons gebruikt met 8 tot 15 % tin. Voor medailles wordt brons met 3 tot 8 % tin gebruikt. Luidklokken bevatten brons met 20 - 25 % tin; deze legering is zeer moeilijk te gieten.
Orgelpijp Voor de bereiding van orgelpijpen wordt een legering van ca. 77,5 % tin, 22 % lood en 0,5 % koper gebruikt. Deze legering wordt in vele landen toegepast, voornamelijk vanwege de grote bestendigheid tegen vochtige en zure lucht. Dit metaal geeft een goede klankkleur, is gemakkelijk te verwerken en heeft een grote stevigheid. Door de heldere kleur van het materiaal zijn de pijpen ook geschikt voor het maken van een fraai ogend orgelfront.
Aangroeiwerende verf De aangroei van algen en mosselen bij (zee)schepen vermindert de snelheid en verhoogt het brandstofverbruik. Deze aangroei begint met de vorming van een slijmlaag, die sporen of larven kan opnemen. Om het ontstaan van deze slijmlaag tegen te gaan, wordt de scheepswand behandeld met een verf, die een toxische stof bevat. Hiervoor wordt o.a. tributyltinfluoride {(C4H9)3SnF}, trifenyltinfluoride {(C6H5)3SnF} of tributyltinoxide {(C4H9)3SnOSn(C4H9)3} gebruikt. De werkzame stof wordt opgenomen in een acrylaatpolymeer, waardoor een gedoseerde afgifte mogelijk is. Ook voor het tegengaan van algengroei bij boorplatforms en koelsystemen worden deze stoffen gebruikt. Het behandelen van schepen voor de binnenwateren en kleine zeeschepen met deze verf is (NL) of wordt (B) om milieuredenen verboden. Tributyltinoxide wordt ook toegepast bij het verduurzamen van hout.
Melkglas, email Door toevoeging van tin(IV)oxide (SnO2) aan glas ontstaat melkglas, een witachtige, matte glassoort, die onder meer gebruikt wordt voor gloeilampen en sierglaswerk. In email worden tinoxiden (SnO en SnO2) als wit pigment toegevoegd.

VERDERE TOEPASSINGEN Toepassingen als niet -ontleedbare stof (element) of als legering: accuplaten (toevoegen Sn verbetert de hardheid van de loodplaten) folie (verpakkingsmateriaal) lager- en lettermetaal (Brittania-metaal) productie van glas (gesmolten tin; voor een productielijn van vlakglas volgens het Pilkington-procédé is ongeveer 1.500 ton gesmolten tin nodig; het glas dat zo wordt geproduceerd hoeft niet meer gepolijst te worden) smeltveiligheden supergeleiding (SnNb3)
Toepassingen als ontleedbare stof (verbinding): bedrukken van katoen
| SnCl2 | bestrijden van insecten en schimmel in leder, textiel, papier, zaad, aardappelen
| dialkyl-, en trifenyltinverbindingen | coating voor vliegtuigramen, glazen gevelbeplating, scherm portable computer
| indiumtinoxide, In2O3 gedot. met SnO2, Sn2O3 | drager voor katalysatoren
| SnO | elektrodemateriaal
| SnO | elektrolytisch vertinnen
| SnSO4 | flessen; een dun laagje versterkt het glas, waardoor een lichtere fles mogelijk is
| SnO2 | geneeskunde: onderzoek van lever en milt
| 99mTc-Sn-colloïde | halfgeleider
| SnO2 | infraroodwerend glas
| SnO2 | katalysator bij de productie van polyurethaanschuim en siliconenrubbers
| SnO2 | pigment voor glas, keramiek
| SnO2 met V2O5, geel; met Sb2O5, grijs; met Cr2O3, violet | pigment bij het tinbronzen
| SnS | polijsten van staal en glas
| SnO | roodkleuren van wol
| SnCl2 | stabilisator PVC
| organo-tinverbindingen | tandpasta (toevoeging)
| SnF2 | verfbereiding
| SnCl2 | zonnecellen (experimenteel)
| SnO2 |

|