Otto Hahn

Geboren : 8 maart 1879 in Frankfurt/Main

Overleden : 28 juli 1968 in Göttingen

Duits natuur- en scheikundige.

 

Studie

Studeerde van 1897 – 1901 te Marburg en München. Hij promoveerde in 1901 in Marburg. 

 

Loopbaan

Hij werkte in 1904/1905 bij Sir William Ramsay in Londen en in 1905/1906 bij Ernest Rutherford in Montreal. In 1906 begon hij met onderzoek naar radioactiviteit aan de universiteit van Berlijn, vanaf 1907 samen met Lise Meitner, waar hij in dat zelfde jaar werd benoemd tot hoogleraar.

 Vanaf 1912 was hij werkzaam aan het nieuw opgericht Kaiser Wilhelm Institut für Chemie te Berlijn-Dahlem, waarvan hij in 1928 directeur werd.

Van 1948 – 1960 was hij president van het Max Planck-Gesellschaft in Göttingen, waar hij sinds 1910 buitengewoon hoogleraar was. Na de Tweede Wereldoorlog werd de naam Max Planck Institut. 

 

Belangrijkste werk 

Hij ontdekte – deels samen met Lise Meitner – radiothorium (1905), thorium-C en radioactinium (1905/1906), mesothorium (1907), protactinium (1917/1918), uraan – 239 (1936) en de kernsplitsing van uraan (samen met F. Strassmann in 1938). 

Hahn is de grondlegger van de moderne kernfysica en deed baanbrekend werk op het gebied van toepassingen van de kernenergie. Hij heeft zich steeds verzet tegen militaire toepassingen. 

Hij ontving in 1944 de Nobelprijs voor de scheikunde.